Op paddenstoelenjacht

Omdat we tot laat in de zomer afwisselend warm weer en fikse regenbuien hadden, is het een uitbundig paddenstoelenjaar. Om de dag lopen we, uitgerust met flinke mand en zakmes, het bos in. Op sommige dagen moeten we ons tevreden stellen met twee ons cantharellen, op andere dagen hebben we wel een kilo verschillende soorten.  Onze favoriet dit jaar is de pied de mouton, een zachtroze, stevige paddenstoel die vooral in dennenbossen en in het mos groeit. Vooral als je ze op een hoog vuur knapperig bakt zijn ze verrukkelijk. De smaak doet een beetje aan hazelnoot denken. Ook vonden we veel trompettes de la mort. De zwarte hoorntjes vallen nauwelijks op tussen het gevallen blad, maar als je op je hurken gaat zitten zie je ze ineens bij bosjes staan. Ook plukten we girolles grises die in tegenstelling tot hun naam gele voetjes hebben. De cèpes die we vonden (eekhoorntjesbrood) waren dikwijls doorweekt van de regen, maar soms hadden we geluk en vonden we een paar verse. Teveel om elke avond te eten. Maar dankzij de hogedrukpan, waar drie potjes tegelijk in kunnen worden geweckt, staat er een mooie wintervoorraad in de keukenkast.