1 rol bladerdeeg ( of 4-5 plakjes) – 2 koolrabi’s – 4 herfstraapjes – 25 gram boter – 3 schepjes suiker – verse tijm – 200 gram paddestoelen (liefst cantharellen of eekhoorntjesbrood) – olijfolie – teentje knoflook – 2 sjalotten – bosje peterselie
Verwarn de oven voor op 200 graden. Schil de koolrabi en raapjes, verwijder de harde stukjes en snijd in dunne plakken. Blancheer twee minuten in kokend water. Verwarm intussen 20 gram boter, voeg de suiker toe en roer goed terwijl de suiker karamelliseert. Vet een platte taartbodem in met wat boter en giet de gekaramelliseerde suiker erover. Leg hierover de uitgelekte plakjes koolrabi in een waaiervorm, de raapjes in het midden. Bestrooi met peper, zout en verse tijm. Dek de taart af met de vellen bladerdeeg en vouw daarbij de vellen goed naar binnen. Zet de taart gedurende 30 minuten in de oven. Snipper ondertussen de sjalotten en bak in wat olijfolie. Voeg de knoflook uit de knijper toe en de klein gesneden paddestoelen. Laat in tien minuten garen. Snijd intussen de peterselie fijn (alleen blad). Draai daarna het vuur hoger, voeg de peterselie toe en nog wat olijfolie. Bak de paddenstoelen knapperig. Haal de taart na 30 minuten uit de oven, keer om door middel van een groot bord en schep de paddenstoelen in het midden op de taart.